Zondagse dracht: 

De kleding die de leden dragen dateert uit de jaren 1880 – 1910. De dames dragen het zwarte jak met een zwarte rok met hier over heen een gekleurde schort. Onder de rok dragen de dames een witte lange onderbroek. Op het hoofd dragen de dames de welbekende knipmuts. Deze is gemaakt van kant en tule. Hier over heen dragen de dames het blauwe lint.

 

 

Goastok:

 

De goastok wordt meestal gemaakt uit de zwarte els. Verder zijn soms de berk, lijsterbes, hazelaar of waterwilg het slachtoffer. De kamperfoelie stengel omwikkelt een tak of jonge boom. Door de omsnoering zal de tak eerst spiraalsgewijs uitpuilen.Kamperfoelie groeit op natte zandgronden en op houtwallen met sloten. ’s Avonds en ’s nachts verspreidt de bloem een zeer welriekende geur om nachtvlinders aan te trekken. Door veel afwatering ten bate van de landbouw wordt de kamperfoelie en dus ook de mooi gevormde gaostok steeds zeldzamer.


Daagse dracht:

De daagse dracht, ook wel de werkkleding genoemd, is kleding die makkelijker te dragen is en eenvoudiger oogt. De dames dragen een blouse met korte mouw en hebben dan een geblokte schort voor. Op het hoofd draagt men de troela. De troelamuts is gemaakt van katoen en met goedkoper kant afgezet. Deze zit prettiger tijdens het werken dan de knipmuts aangezien deze voorzien is van een staart. De heren dragen een blauw gestreepte kiel en hebben een rode zakdoek om de hals. Verder is de kleding van zowel de dames als de heren hetzelfde als bij de zondagse dracht.

De brulfte-neuger:

De brulfte-neuger draagt een hoed of pet versierd met rozen. Tevens heeft hij een rozenstok (gaostok). Aan deze stok zitten roten en linten. Vroeger werd deze stok gebruikt bij het brulfte-neugen (het uitnodigen voor een bruiloftsfeest). De brulfte-neugers kwamen bij de Noabers op bezoek om ze persoonlijk uit te nodigen voor het aanstaande bruiloftsfeest. Bij elk bezoek werd een borreltje (jonge jenever) gedronken, zodat ze aan het eind van de dag behoorlijk dronken waren. Elke keer dat iemand ging neugen werd een roos aan de gaostok gebonden. Hieraan was dus te zien hoe vaak iemand op pad was geweest om te neugen. Kwam een brulfte-neuger bij een familie waar nog een huwbare dochter in huis was, dan werd daar een lintje aan de goastok gebonden. De jonge mannen die nog op zoek waren naar een partner konden dus aan de gaostok zien of de bruiloft voor hen interessant was.


Bruidspaar:

Op de foto ziet u hoe een bruidspaar van die tijd er uitzag en wat voor mutsen deze droegen. Op  foto draagt de dame tevens een spoormandje.

Op de foto ziet u een kles. Dit is de zomer of bruidshoed.

Op deze foto is een zondagse of rouwkles te zien. Deze wordt ook gedragen door de moeder van de bruid.

Op foto ziet u de Hoge hoed met de bruidspijp.

Deze muts wordt ook op zondag gedragen.